Column van Joost Mangnus
1. Eurocenten gelden hier nog wel
In heel Nederland mag er niet meer met de eurocenten en de twee-eurocenten betaald worden. Behalve dan in Lombok, op 5 mei. Daar is de eurocent nog gewoon heel gangbaar. Niemand doet er moeilijk over. Dat heeft ook geen zin. Want nadat je al die muntjes die je hebt gekregen nageteld hebt, is de koper al weer naar de volgende kraam. En waarom zou hij wachten. Hij heeft immers keurig gepast betaald. In de afgelopen jaren hebben we zo al heel wat van die kleine muntjes verzameld. Volgend jaar gaan we ze uitgeven op 5 mei. Dan kopen we een leuke trui voor het oudste Lombokkertje. Of een leuke jurk van de jongste. Met een keurig stapeltje muntjes betalen we gepast. Zoals het hier gaat en hoort. En niemand die er wat van zegt. Omdat we toch al weg zijn.
Het is niet altijd makkelijk om een goede prijs te bepalen voor je spullen. Soms denk je dat € 2 niet veel is voor een schoen van dat dure merk. Of voor een merkblouse. Maar de geïnteresseerde kan daar anders over denken. Hij bepaalt wat hij er voor over heeft, en gaat dan veel lager zitten. Coulant als hij is, wil hij zijn bod eventueel nog wel verhogen. Maar dan moet dat wat hij wil kopen er wel spiksplinternieuw uitzien. En dan kun je er niet mee aankomen dat het om oude spullen gaat. Dat weet de koper ook wel. Maar so what, zal hij denken. Hij is de baas. En hij wil alleen maar mooie spullen. Gelijk heeft hij. Zou jij willen lopen in een versleten schoen die ooit duur was? Of in vieze merkkleding?
3. Kopers zijn vrienden
Nee, dat willen de meesten niet. Maar dat wil niet zeggen dat die spullen onverkoopbaar zijn. Nee hoor, ook de grootste troep kan verkocht worden. Dat komt omdat de koper je vriend is. Die sociaal en vriendelijk is. En meedenkend. Hij koopt omdat hij beseft dat jij als verkoper met die spullen in je maag zit. Die liggen al jaren in de weg. Of de schuur is helemaal vol. De vriend aan de andere kant van de kraam vindt het zielig als jij ermee blijft zitten. Dus koopt hij die te grote blouse. Dat apparaat waarvan hij alleen het snoertje nodig heeft. Die rode schoenen, terwijl hij dat geen mooie kleur vindt voor schoenen. Omdat hij je een dienst bewijst, kun je niet van hem verwachten dat hij veel gaat betalen voor die rommel. Aan jou de keuze. Of je verkoopt het aan die vriend. Of je houdt de rommel en gaat er volgend jaar weer zielig mee leuren. Dan is het vieze, oude rommel geworden, die nu niemand meer wil hebben. En zeker niet diegene die je het jaar ervoor je vriend had kunnen noemen. Maar nu zeker niet meer.
4. Nieuwe boeken verkopen niet
Voor de vijfde keer deed ik het, en voor de vijfde keer werkte het niet: mijn Lombok-boeken te koop aanbieden. Ik geloof niet dat er in al die jaren maar één van mijn boeken is verkocht. De vrijmarkt is dan ook niet bedoeld voor een nieuw product. Nou ja, behalve dan als je dat product voor een prikkie aanbiedt. Maar ja, mijn boeken wil ik niet voor zo weinig verkopen. Dan lijd ik er fors verlies op. Maar ja, waarom ga ik er dan wel staan met mijn boeken? Om interesse te wekken, denk ik. De vijf boeken werden veel vaker aangeraakt dan de andere – oude – spullen die we aanboden. Ja, veel nieuwe en oud-Lombokkers bladerden erin. Het leverde leuke gesprekken op. Over de wijk, vroeger en nu. Over de columns. En over de plekken waar de boeken wel verkocht werden. Alleen deze praatjes maakten het al de moeite waard om deze boeken er neer te leggen. Dat ga ik volgend jaar dan ook weer doen. Alleen zullen de stapels minder hoog zijn.
5. Het is geen vrijmarkt, het is een internationale feestdag
Als ik het over 5 mei heb, praat ik altijd over ‘vrijmarkt’. Maar die dag is veel meer. Niet voor niets noemt de organisatie het Lombok 5 mei Straatfeesten. Want een feest is het. Of het nu een officiële vrije dag is of niet, het is er druk en levendig. Een openluchtfeest. En niet alleen in de straten die deze vrijmarkt organiseren. Maar ook daarbuiten. De cafés in de buurt – zoals Kopi Susu en Set Buurt – zitten helemaal vol, de hele dag. De sfeer is er geweldig. En ook in de Kanaalstraat is het beregezellig. In de hele wijk lopen Nederlanders, Turken, Marokkanen, Chinezen, Somaliërs en mensen uit alle andere landen gemoedelijk naast, voor en bij elkaar. Samen maken ze er een internationaal feest van. 5 mei is dan ook niet de dag van de vrijmarkt. Het is een internationale feestdag. In een wereldwijk.