Column van Joost Mangnus uit 2014 (nog steeds actueel!)
Nu ik voor de 6e keer twee kramen voor de deur had, weet ik wel hoe het werkt op de vrijmarkt van Lombok. En wat de wetten zijn van dit festijn. Ik tel er vijf.
Column van Joost Mangnus uit 2014 (nog steeds actueel!) Ook in 2014 heeft Joost Mangnus columns over Lombok geschreven. De wijk blijft gewoon boeien. En hij blijft er gewoon rondlopen. En zich verbazen. Ook de columns van dit jaar verdienen een boek. Het boek ‘Fan van Lombok’, zijn 6e Lombok-boek al weer. De columns zijn verdeeld in 6 hoofdstukken: ‘Geen aandelen’, ‘Daar zijn ze weer’, ‘Hoe verzin je het?’, ‘In beweging’, ‘Buren’ en ‘Wereldsteden’. Wil je weten wat er in deze hoofdstukken staat? Kopen, dat boek! Lees meer Sorry hoor, moeders van Lombok. Deze column is iets tussen vaders onderling. Vaders van Lombokkertjes. Vaders die met hun kroost in de Kanaalstraat lopen. Naar de houtzaagmolen gaan. Naar de speeltuin op het Bankaplein. En helaas niet voorlezen. Nou ja, ik wil niet veralgemeniseren. Er zullen beste Lombokse vaders zijn die wel voorlezen. Ik schat zo in dat meer dan 8% van hen wel eens iets voorleest. Deze 8% is het gemiddelde voor Nederland, zo blijkt uit onderzoek. Slechts 8% van de vaders leest voor. De vaders van Lombok een beetje inschattende, zal dat percentage wel hoger liggen. Het dubbele. Op zijn minst. Al vind ik dat nog wel weinig. En dan snap ik het nog niet. Want wat is er nou leuker dan voorlezen? Dat is voor mij een van de hoogtepunten van de dag. Vlak voor het slapen gaan twee boekjes voorlezen aan onze oudste Lombokkertje. Of het jongste Lombokkertje door twee boekjes laten bladeren en toeteren. Heerlijk. Column van Joost Mangnus Een maand geleden fietste ik met een vriend het parkoers van de 1e etappe van de Tour de France van 2015. Voor diegenen die het afgelopen jaar in een kelder hebben geleefd - of wielrennen zo afschuwelijk vinden dat er niets van deze sport bij hen binnendringt: dat wil dus zeggen dat we een rondje Utrecht hebben gedaan. Het was een mooi rondje langs veel hoogtepunten van de stad. Omdat er zoveel hoogtepunten waren, lukte het de organisatie niet om het parkoers korter dan 9 km te laten zijn. Hierdoor mocht deze etappe geen proloog heten. Maar ach, nu kunnen de wielrenners 13,7 km genieten van deze stad. Alleen de mooiste wijk zien ze niet. Lombok dus. Voor de renners op 4 juli volgend jaar een groot gemis. Maar zeker nu ook voor ons. We hadden mijn wijk echt moeten aandoen. Want in Lombok begon de Tour pas echt. Column van Joost Mangnus Lombok heeft er een nieuwe attractie bij. De vernieuwde Aldi- en de vernieuwde Nettorama-supermarkt. Nou ja, die supermarkten zelf niet. Ach, ze zien er nu natuurlijk wel een stuk beter uit. Maar slechter kon ook niet. Elke keer als in de oude supermarkten de schuifdeur dicht ging, hoopte ik dat dat geruisloos gebeurde. Een te harde klap zou de hele boel doen instorten. Nu ziet het er allemaal piekfijn uit. Al is dat niet de attractie. Dat is de winkelwagen. Probeer maar eens met een Aldi-wagentje naar de Nettorama te rijden. Dat lukt je bijna niet. Dankzij een ingenieus systeem dat in één van de wieltjes is verwerkt. Ik heb het geprobeerd om met die van Aldi naar de buren te rijden. Wat best gaaf was. Al gaf ik me na een kwartier gewonnen. Terwijl ik me afvroeg: als ze zo veel geld in een winkelwagenwieltje investeren, kunnen de prijzen van de producten nog wel lager. Al maakt dat voor mij niet uit. Column van Joost Mangnus De eerste maanden die ik in Lombok woonde, dacht ik dat Oog in Al het Villapark van de wijk was. Voor de niet-Eindhovenaren onder ons: het Villapark is een rijke buurt in de Eindhovense wijk Tongelre. Een wijk die veel achterstandsgebieden kent. Maar dus ook de luxe buurt Villapark. In deze buurt staan alleen maar villa’s. Maar dat had je waarschijnlijk al gedacht. Vroeger woonden daar de Philips-directeuren. In Oog in Al hebben waarschijnlijk weinig Philips-directeuren gewoond. En je ziet er niet alleen maar villa’s. Maar het ziet er wel luxe en rijk uit. En het contrast met Lombok is groot. Al is er een groot verschil met Eindhoven. Lombok is geen achterstandsgebied. Als er al een achterstandsgebied is, dan is dat het Utrecht ten Oosten, Zuiden, Westen en Noorden van Lombok. Alles is immers minder, vergeleken met onze wijk. Ja, ook Oog in Al. Al zou dat best bij Lombok mogen horen. Zo’n chique buurt zou de diversiteit van Lombok nog meer benadrukken. Column van Joost Mangnus Het schijnt dat Pharrell Williams woensdagochtend weer in Lombok was. Nog geen 9 uur nadat hij een geweldig concert had gegeven in het Ziggo Dome. In die concerthal zal hij mijn vrouw en mij wel niet gezien hebben, twee hoog achteraan. Maar het kan best zijn dat hij ons wel gevoeld heeft. Vibraties en zo. En dat hij dacht: Lombok is in the house. En nog moe van het optreden en de afterparty slenterde hij de volgende morgen over de Leidseweg en de J.P. Coenstraat. Om vervolgens te gaan zitten op het Muntplein. Net als twee jaar geleden. Column van Joost Mangnus Holz Sägewerk Der Stern. Zo heette de Lombokse molen een paar uur lang. Op woensdag 13 augustus stonden de molen en het molenterrein in het teken van Duitsland. Van Duitse muziek, om precies te zijn. Dat kwam door het Ricciotti Ensemble, een orkest dat bestaat uit 40 jonge musici. Ze spelen op straat, in de gevangenis, in tehuizen, en ook bij de molen. Samen met Ellen ten Damme speelden ze hier in het kader van hun Ricciotti’s Roarin’ Berlin Tour. Een tour die draait om de Duitse hoofdstad. Daar gaan ze ook spelen, binnenkort. Wat zal dat tegenvallen. Column van Joost Mangnus zie ook foto-album Houtzaagmolen de Ster op FB Woon je in Lombok en twijfel je nog wat je deze zomer gaat doen? Op vakantie gaan of thuis blijven? Dat kan allebei. Vanuit onze wijk kun je heel gemakkelijk naar Rome toe, zonder dat je ver hoeft te reizen. Het enige wat je nodig hebt, is wat fantasie. Zet je hersens dus in de creativiteitsmodus en ga met me mee naar de Italiaanse hoofdstad. Vanuit Lombok is het zo’n 15 minuten lopen. Of 5 minuten fietsen. Column van Joost Mangnus (schrijver van Lombokboeken) _ Hoe verzin je het? Dat vroeg ik me afgelopen zaterdagmiddag vaak af toen ik naar mijn kraamcollega's van de Festival Westplein Markt keek. Hoe verzin je het? Maar dan wel op een positieve manier. Niet van hoe kun je in hemelsnaam zo'n volstrekt idioot plan bedenken. Maar meer van: hoe verzin je zoiets geniaals? Jij kleine Einstein. Grote Wicky de Viking. Held. Column van Joost Mangnus (met foto/filmimpressie) Lombok is een jonge wijk. De afgelopen jaren is de gemiddelde leeftijd flink gedaald, zo lijkt het. Vooral in onze straat. Maar ook in andere delen van de wijk komen steeds meer jonge stellen met jonge kinderen. Of iets oudere stellen krijgen jonge kinderen. Dat gebeurt ook. Over een tijdje hebben onze Lombokkertjes dan ook veel vriendjes en vriendinnetjes van hun leeftijd. En groeien ze met elkaar op. Samen naar school. Naar Kopi Susu. Naar de Cereolfabriek. Et cetera. Tot en met samen naar het verzorgingshuis in Het Hart van Lombok. Tot hun dood blijven ze bij elkaar in de buurt. Dat heb je als je in Lombok woont. Want wie wil hier nu weg? Column van Joost Mangnus Komende zaterdag vindt op het Westplein het festival 'De HUB van de toekomst' plaats. Onderdeel van dit festival is de Festival Westplein Markt. En daar staat onze columnist Joost Mangnus tussen 14.00 en 18.00 uur met een kraam. Daar geeft hij workshops 'Schrijven over je wijk'. Kom je ook? Veel informatie is hier te vinden: www.hippocom.nl Nu ik voor de 6e keer twee kramen voor de deur had, weet ik wel hoe het werkt op de vrijmarkt van Lombok. En wat de wetten zijn van dit festijn. Ik tel er vijf. Column van Joost Mangnus 1. Eurocenten gelden hier nog wel In heel Nederland mag er niet meer met de eurocenten en de twee-eurocenten betaald worden. Behalve dan in Lombok, op 5 mei. Daar is de eurocent nog gewoon heel gangbaar. Niemand doet er moeilijk over. Dat heeft ook geen zin. Want nadat je al die muntjes die je hebt gekregen nageteld hebt, is de koper al weer naar de volgende kraam. En waarom zou hij wachten. Hij heeft immers keurig gepast betaald. In de afgelopen jaren hebben we zo al heel wat van die kleine muntjes verzameld. Volgend jaar gaan we ze uitgeven op 5 mei. Dan kopen we een leuke trui voor het oudste Lombokkertje. Of een leuke jurk van de jongste. Met een keurig stapeltje muntjes betalen we gepast. Zoals het hier gaat en hoort. En niemand die er wat van zegt. Omdat we toch al weg zijn. Nee, ik word niet betaald door Kopi Susu. Ook niet door MCD. Of de paardenslager. De Wonderwinkel. Smit Kappers. En ik krijg ook geen geld van het Lombok Promotie Team. Als dat al zou bestaan. Dat ik zo positief over deze wijk schrijf, komt omdat ik zo positief over deze wijk ben. En niet omdat het wat oplevert. Nou ja, hier wonen levert natuurlijk heel veel op. Een goed humeur. Ontmoetingen met leuke mensen. Ontdekkingen in gave winkels. Ik zou er niet eens betaald voor willen krijgen. Anders denken mensen nog dat ik alleen maar zo schrijf voor het geld. Wat dus echt niet waar is. Wat dat betreft, verschil ik veel van Martin Bril. Column door Joost Mangnus Natuurlijk zegt het niets over zijn latere baan als een peuter ergens heel geïnteresseerd in is. Ik kan het weten. Toen ik de eerste keer op een boot zat, wilde ik kapitein worden (hoe zeeziek ik ook was). Toen ik later bij de begrafenis van opa mijn oom in zijn café hielp, wilde ik ober worden. En later dat café overnemen. Maar daar is niets van gekomen. Dat wil echter niet zeggen dat een kinderwens nooit ingewilligd wordt. Nadat ik had besloten om toch geen ober te worden, wilde ik schrijver worden. Dus wie weet, worden de Lombokkertjes wel magiër en vuilnisman. Om met de laatste te beginnen. Column van Joost Mangnus Ik weet het. Tussen hen zal ik me niet thuis voelen. En zij willen me er liever ook niet bij. Te oud. Te zwaar. Te alles. Maar dat neemt niet weg dat ik wel af en toe jaloers naar hen kijk. Naar die Marokkaanse jonge mannen. Zoals ze daar een beetje hangen in het Molenpark. En een beetje praten. Een beetje voor zich uit staren. Een beetje naar muziek luisteren. Maar ze zijn toch vooral druk met niets doen. Ja, ze vervelen zich, dat is wel duidelijk. Maar ze vinden dat ook wel lekker, denk ik zo. Natuurlijk hadden we afgelopen zaterdag ook naar de Efteling kunnen gaan. Maar ja, dan moet je eerst een uurtje in de auto zitten, om vervolgens voor € 65 rond te lopen met twee gastjes die eigenlijk nog te jong zijn voor zo’n pretpark. Terwijl de jongste daar lekker in de buggy slaapt, vindt de oudste de frietjes die hij ’s middags krijgt het allerleukste van de hele dag. Natuurlijk hadden we ook naar de dierentuin kunnen gaan. Dat vindt de oudste in ieder geval wel leuk. Al zou hij de wagentjes van de dierenverzorgers leuker hebben gevonden. Of het speeltuintje. Voor de dieren zou hij even belangstelling hebben. Totdat hij merkt dat hij ze niet kan aaien. En al helemaal niet achterna kan zitten. Dan kan hij beter in de buurt aapjes kijken. Column Joost Mangnus Vooral als het waait ziet het er vrolijk uit. Zo’n vlag. Het brengt leven in de straat. Of bij het gebouw waar de vlag wappert. Tenminste, als de vlag nog een beetje een felle kleur heeft. Anders is een vlag eerder een teken van rouw. Of in ieder geval van gemis. Zoals tegenwoordig bij de Koninklijke Munt het geval is. Daar waar eerst gele vlaggen wapperden, zijn er nu vijf zwarte vlaggen te zien. Met in het wit de woorden ‘Muntgebouw Utrecht’. Maar het is het zwart dat overheerst. En de stemming drukt. Column van Joost Mangnus Als ik op zo’n zonnige dag door mijn geliefde wijk loop, denk ik alleen maar ‘Meer! Meer!’. Meer van dit soort weer. Maar ook meer van hier en nu. Meer van deze mensen. Meer van deze wijk. Overal. Meer van de Kanaalstraat, met haar winkeltjes, culturen, sfeer. Trek die straat maar door, naar Den Haag of waar dan ook. Zodat nog meer mensen kunnen genieten van deze wereldstraat. Column van Joost Mangnus Ik kreeg het toen ik er de eerste keer kwam. Mijn vader vast ook. En ook zijn vader. En diens vader. De opa. En daar weer de opa van. Het hoort er gewoon bij als je voor de eerste keer een slagerij binnenstapt. En ook trouwens voor de tweede keer. En volgende keren. Zolang je maar een schattig kindje bent. Dan krijg je van de slager, zijn vrouw, dochter of ander personeel een schijfje worst. Ook als je niet ingaat op zijn vraag of je worst wilt. Of als je ‘nee’ zegt. De worst krijg je. Desnoods in een plastic zakje. Zo gaat dat bij slagers. Column van Joost Mangnus |
Wat gebeurt er in de leukste wijk van Nederland? Volg Lombox_website via twitter.
Voor en door bewoners Heb je zelf nieuws? [email protected] Lees over
Alles
Nieuws van
September 2017
|