
Terwijl ik een bagel aan het eten ben, realiseer ik me dat ik bij Bagel & Juice ontdekte hoe fijn het is om een plek te hebben waar je je thuis voelt. Waar je je even terug kan trekken als het werken even niet lukt. Waar je je zinnen kunt verzetten. En ineens weer inspiratie krijgt. Ofwel, een plek waar je beter uit komt dan dat je er in gaat.
Bagel & Juice kun je dan wel zien als een voorloper van Kopi Susu. Het grote verschil tussen die twee is de afstand met mijn woning. Vanaf Bagel & Juice moest ik nog wel een kwartiertje fietsen naar huis. Dat kon een lastig kwartiertje zijn. In het fietsonvriendelijke centrum kon je zo omver gereden worden door een andere fietser. In de berenkuil door een brommer. En in de Tongelresestraat door een automobilist. En dan waren er nog die verkeerslichten die altijd op rood stonden. En deden die het niet, dan raakte je nooit overgestoken. Als ik dan eenmaal thuis was, was de frustratie groter dan de inspiratie. Als er van de laatste nog wat over was. Neem dan Kopi Susu. Dat is maar 5 minuten lopen naar huis. Met twee verkeerslichten waar je nooit lang hoeft te wachten. Bovendien is het ook nog lopen door een prachtige wijk. Ook dit was in Eindhoven wel anders. De wijk waar ik woonde was nou niet de mooiste aller tijden. Ook niet de lelijkste hoor. Ik voelde me er goed. Maar qua wijk was het weinig opwindend. Was er weinig te doen. Een aparte mix van achterstandsgebieden met de duurste straten van de stad. Veel is nu wel verbeterd. Dat merkte ik net nog, toen ik even door mijn vorige wijk fietste. Bestaande straten leken gepoetst. Nieuwe straten waren er neergezet. Met nieuwe voorzieningen. Een buurtcentrum. Een supermarkt. En nog wat andere winkels. Als ik er nog zou wonen, hoefde ik mijn wijk niet meer uit om boodschappen te doen. Kon ik alles te voet doen. Net zoals nu in Lombok. Alleen vraag ik me af of ik dat wel zou hebben gedaan. Er is immers nog steeds geen leuke lunchgelegenheid in mijn oude wijk. En als die er wel had gestaan, was het waarschijnlijk niet inspirerend geweest. Hoogstens net zo inspirerend als de wijk zelf.
Ik zag echt niemand daar. Niet op straat. Niet in de huizen. Zelfs uit de supermarkt kwam niemand. Het was stil. Doods. Sfeerloos. Pas toen ik naar de leukste straat van Eindhoven was gefietst, werd het weer gezellig.
Deze straat is de Kleine Berg. Met – nog steeds – de leukste cd-winkel die ik ken. De beste kinderboekenwinkel van Nederland. De meest volledige reisboekwinkel van Brabant. En de leukste lunchgelegenheid van Eindhoven. Terwijl ik er de laatste slokken van mijn sapje neem, bedenk ik me dat ik eigenlijk toch wel vaker naar Eindhoven terug moet gaan. Al was het maar om de Kleine Berg. Deze Bagel & Juice. En de CD Teek. Ja, zo’n vier keer per jaar terug zou fijn zijn.
Vaker is niet nodig.
Nog een verschil met Lombok. Vier keer per jaar daarnaar toe zou veel, ja veel te weinig zijn.
Joost Mangnus