
De etalage van de winkel oogt gezellig en rommelig, in de winkel is dit niet erg anders. Overal staan lampen in alle soorten en maten: van versierde lampenkappen met bloemenpatronen tot simpele gloeilampjes achter de toonbank. Aan de lampen hangen kaartjes in allerlei felle kleuren met het kortingsbedrag erop. Gerard verwacht dat de winkel rond maart/april kan gaan sluiten.
‘’Ik nam de zaak in 1977 samen met Ton over. We zijn er ingegroeid. We hielpen hier al mee als schoolgaande jochies en deden dat toen al met veel plezier. Daarom was het ook vanzelfsprekend dat we de winkel overnamen. Ton is elektricien en deed tot voor kort de technische kant, ik sta hier altijd in de winkel. In al die tijd dat we hebben samengewerkt hebben we nooit problemen gehad. We voelden elkaar altijd goed aan. Het klinkt ongelooflijk, maar het is echt waar.’’
Op dat moment wordt Gerard even onderbroken. Een wat oudere mevrouw komt de winkel binnen. Ze slaakt een diepe zucht en gaat even op de stoel, die voor de balie staat, zitten. ‘’Ga je dicht? Wat moet ik nu?’’, vraagt ze zich hardop af. ‘’Deze winkel is dichtbij en Gerard is aardig en behulpzaam. Ik kwam hier altijd graag. Ik heb geen zin om voortaan altijd voor elk klein lampje naar de stad te gaan. Ontzettend jammer, ik schrik ervan.’’ Het contact met klanten zoals deze mevrouw zal Gerard gaan missen. ‘’Ik heb erg leuke klanten waarmee je ook wel over meer dingen dan enkel lampen praat. Erg uiteenlopende mensen qua nationaliteiten en beroepen. Het is hier net een soort dorp, ik ken veel mensen. Een aantal klanten kende ik zo goed dat ik op hun bruiloft ben geweest. Een Turkse en een Marokkaanse bruiloft. Dat vergeet je niet zomaar.’’
Wel zijn er ook een aantal dingen die Gerard niet zal missen. ‘’Zeker in de zomer als het lekker weer is kwam hier soms geen kip. Dan kunnen de dagen erg lang duren. Verder ben ik sinds de crisis altijd maar bezig geweest met passen en meten. Van die financiële kant word je niet vrolijk.’’ Toch zijn deze negatieve kanten niet de reden dat Gerard ermee stopt. ‘’De laatste maanden sta ik er alleen voor omdat Ton erg ziek is geworden, en ook ik ben op een bepaalde leeftijd. Dan word je toch met je neus op de urgentie van stoppen gedrukt.’’