
En onze overtuigende burgemeester. Dwingend bijna. Zijn eerste woordjes gebruikte hij al om te commanderen. En dat doet hij nog steeds. Al doet hij dat niet om iemand in beweging te laten komen. Hij wil er juist voor zorgen dat degene tot wie hij zich richt, zich niet verroert. En gaat zitten. Ja, ‘zitten’ is wel zijn favoriete woord. Met een vriendelijke doch dringende toon roept hij het. En je kunt niet anders dan het maar te doen. Zodat je in alle rust kunt kijken hoe hij de glijbaan afglijdt, rondjes loopt, een puzzel maakt of autootjes uit zijn garage rijdt. Iedereen die hij ziet, moet er aan geloven. Ook de buurvrouw, die op een warme dag op haar terras zat. Nadat zij vriendelijk zijn naam riep, antwoordde hij kordaat met ‘zitten!’. Zij was het dan ook die onze zoon ‘burgemeester’ noemde. Dat is een hele goede titel voor hem. Want goed beschouwd is dat ook wat een burgemeester wil: dat de anderen gaan zitten. En toekijken hoe zijne plaatselijke hoogheid persoonlijk er voor zorgt dat de maatschappij niet verder afglijdt, de migratiepuzzel oplost, rondjes loopt in de wijken van zijn stad of autootjes uit zijn stad laat rijden. De toekijkers mogen af en toe ‘oh’ roepen, eventueel applaudisseren, en ook wel een beetje commentaar geven. Als ze maar wel blijven zitten. Zodat de burgemeester lekker kan blijven aanmodderen.
Zo leek het in ieder geval bij Wolfsen te gaan. Helaas voor hem gingen sommige gemeenteraadsleden en journalisten toch staan. En wilden ze niet meer gaan zitten, hoe hard de burgemeester ook riep. Waardoor hij het niet meer leuk vond om burgemeester te zijn, en geen nieuwe termijn meer wilde. Of zijn opvolger het anders zal doen, is nog maar de vraag. In het begin vast wel. Maar als de nieuwe burgemeester beseft dat hij veel macht heeft – en veel kan maken – wil hij al snel dat de mensen om hem heen gaan zitten. Totdat hij na een tijd merkt dat dat niet meer wordt gepikt. Waarna hij er maar de brui aan geeft.
Als dat drie keer zo door gaat, is de burgemeester van ons huis – en die van de buren – 20 jaar. Dan kan hij meteen solliciteren voor de functie. Met zijn dan jarenlange ervaring – en zijn vrolijke overtuigingskracht – zal hij automatisch gekozen worden. Grote kans dat hij het langer dan één termijn volhoudt. Als hij net zo overtuigend ‘zitten’ zegt als hij nu doet, zal niemand uit zichzelf blijven staan.
Joost Mangnus